Olle wist zeker dat hij geen bril nodig had
Details
Genre
Voorleesverhalen
Extra onderwerp
Titel
Het grote Rintje voorleesboek
Auteur
Sieb Posthuma
Taal
Nederlands
Editie
1
Uitgever
Amsterdam: Querido, 2011
240 p. : ill.
240 p. : ill.
ISBN
9789045107356
Besprekingen
Leeswelp
Rintje heeft echt bestaan. Vijftien jaar lang genoot auteur en illustrator Sieb Posthuma van het…
Rintje heeft echt bestaan. Vijftien jaar lang genoot auteur en illustrator Sieb Posthuma van het gezelschap van de kleine foxterriër, die al gauw een grote bron van inspiratie bleek te zijn. In 2002 kreeg Posthuma een Vlag en Wimpel van de penseeljury voor zijn prentenboek Rintje. De verhalen over Rintje waren al te lezen op de kinderpagina van NRC Handelsblad. Nu ze gebundeld zijn in Het grote Rintje voorleesboek, kunnen kleuters elke dag opnieuw de herkenbare, vaak verrassend gewone verhaaltjes ontdekken.
Alle personages in dit boek zijn honden: grote en kleine, teckels en yorkshireterriërs, echte en denkbeeldige. Samen beleven ze een heleboel huis-, tuin- en keukenavonturen. Dat is de kracht van deze verhalenbundel: de herkenbaarheid van zowel de omgeving, de activiteiten als de karaktertrekken van de honden biedt de lezers de mogelijkheid zich met Rintje of een van zijn vriendjes te identificeren.
De auteur legt een heel kleuterleven vast in hondenverhalen. De verhalen zijn ingedeeld volgens de vier seizoenen. We beginnen in de herfst. Angst voor de eerste schooldag, nieuwe vriendjes, herfstbladeren, mist en regen — Sieb Posthuma brengt ons met zijn eenvoudige maar beeldende beschrijvingen helemaal in de sfeer van kleutervriendschappen, schoolbelevenissen, de komst van de Sint en huiselijke gezelligheid. Met woorden tekent hij de kamers, de school, het clubhuis en de tuin. De klas van Rintje heeft een vlooienmoeder, naar analogie met de luizenmoeders op school.
In de winter maakt Rintje, samen met zijn beste vriendjes Tobias en Henriëtte, een sneeuwhond in plaats van een sneeuwman. Kerst wordt met een mooi kerstspel gevierd. Op Nieuwjaarsdag willen de honden er ook echt als nieuw uitzien. Daarom geven ze elkaar een prachtig nieuw kapsel, heel herkenbaar voor al wie zelf wel eens een poging gedaan heeft kappertje te spelen, al dan niet met dramatische gevolgen. De lente brengt zon en bloemen, en de paashaas natuurlijk. In de zomer mag Rintje op schoolreis. In de vakantie vliegt hij met zijn moeder naar Sardinië, ontdekt hij platte roltrappen in het luchthavengebouw (‘Je hoeft niet te lopen maar komt toch vooruit.’) en mag hij even in de cockpit kijken.
De volwassen personages zijn al even menselijk en geloofwaardig als de jonge honden. Ook hier is het herkenbaarheid troef, wat het (voor)leesplezier zeker zal bevorderen. Rintjes moeder moedigt hem aan om flink te zijn bij de tandarts, maar wanneer ze zelf aan de beurt is, wordt ze toch wat bleek om de neus. Gelukkig houdt Rintje haar hand vast. In ‘Kees gaat op reis’ gaat mama op een briljante manier om met het denkbeeldige vriendje van haar zoon. De vader van Rintje komt niet in beeld. Ook dat zal voor heel wat kinderen herkenbaar zijn.
De interactie tussen de personages wordt treffend weergegeven in korte, goed voor te lezen zinnen in voor kleuters heldere taal die nooit kinderachtig wordt.
Af en toe vergeet je dat het boek over honden gaat. Het zouden even goed kinderen kunnen zijn. Precies daarom is het heel bijzonder en verfrissend dat er zoveel aandacht is besteed aan hondse trekjes bij de personages. Juffrouw Wijskop is een hazewindhond. Ze is heel lang en dun, en ze trilt een beetje. Rintje is bang voor haar, want hij weet dat hazewindhonden meestal erg streng zijn. En Tobias, de teckel, heeft soms erg veel last van zijn korte pootjes. Wanneer hij door het gras rent, kriebelen de grassprietjes aan zijn buik. In de winter moeten de honden door de gepekelde straten naar school. De juf wast hun pootjes, want de pekel prikt heel erg. Dergelijke details zijn levensecht en maken ons er bewust van dat we misschien niet altijd even zorgvuldig met onze huisdieren omgaan.
Sieb Posthuma stopt gelukkig op tijd, zonder een belerend vingertje. Hij laat Rintje af en toe oprecht bang zijn, Tobias met zijn achterste pootjes in een wak belanden en Henriëtte met haar neusje in de wind lopen, maar de conclusies moeten de kinderen zelf trekken.
De illustraties zijn vaak kleine, ingekaderde inzetjes, soms wat grotere tekeningen en heel af en toe een paginagroot beeld. Posthuma gebruikt een gevarieerd kleurenpalet dat door het boek heen toch sober blijft. Door het consequent vasthouden van dezelfde teken- en schildertechniek — de personages blijven gewoon zichzelf — vormen de illustraties prettige rustpunten die het verhaal verduidelijken zonder te overheersen.
De korte verhalen nodigen uit tot voorlezen, eentje, twee, misschien wel drie verhaaltjes voor het slapengaan. Met de plaatsing van de tekst is echter niet altijd even zorgvuldig omgegaan. Zo begint op pagina 136 een nieuw verhaal ‘vogeltje’. Maar wanneer we de eerste regels lezen, zien we dat die eigenlijk nog bij het vorige verhaal ‘lentekriebel’ horen. Hoe jammer deze slordigheden ook zijn, toch blijft het boek een waardevolle aanwinst en een zeer prettige aanvulling op Jip en Janneke, het intussen toch echt wel gedateerde meesterwerk van Annie M.G. Schmidt. [Joke Guns]
Alle personages in dit boek zijn honden: grote en kleine, teckels en yorkshireterriërs, echte en denkbeeldige. Samen beleven ze een heleboel huis-, tuin- en keukenavonturen. Dat is de kracht van deze verhalenbundel: de herkenbaarheid van zowel de omgeving, de activiteiten als de karaktertrekken van de honden biedt de lezers de mogelijkheid zich met Rintje of een van zijn vriendjes te identificeren.
De auteur legt een heel kleuterleven vast in hondenverhalen. De verhalen zijn ingedeeld volgens de vier seizoenen. We beginnen in de herfst. Angst voor de eerste schooldag, nieuwe vriendjes, herfstbladeren, mist en regen — Sieb Posthuma brengt ons met zijn eenvoudige maar beeldende beschrijvingen helemaal in de sfeer van kleutervriendschappen, schoolbelevenissen, de komst van de Sint en huiselijke gezelligheid. Met woorden tekent hij de kamers, de school, het clubhuis en de tuin. De klas van Rintje heeft een vlooienmoeder, naar analogie met de luizenmoeders op school.
In de winter maakt Rintje, samen met zijn beste vriendjes Tobias en Henriëtte, een sneeuwhond in plaats van een sneeuwman. Kerst wordt met een mooi kerstspel gevierd. Op Nieuwjaarsdag willen de honden er ook echt als nieuw uitzien. Daarom geven ze elkaar een prachtig nieuw kapsel, heel herkenbaar voor al wie zelf wel eens een poging gedaan heeft kappertje te spelen, al dan niet met dramatische gevolgen. De lente brengt zon en bloemen, en de paashaas natuurlijk. In de zomer mag Rintje op schoolreis. In de vakantie vliegt hij met zijn moeder naar Sardinië, ontdekt hij platte roltrappen in het luchthavengebouw (‘Je hoeft niet te lopen maar komt toch vooruit.’) en mag hij even in de cockpit kijken.
De volwassen personages zijn al even menselijk en geloofwaardig als de jonge honden. Ook hier is het herkenbaarheid troef, wat het (voor)leesplezier zeker zal bevorderen. Rintjes moeder moedigt hem aan om flink te zijn bij de tandarts, maar wanneer ze zelf aan de beurt is, wordt ze toch wat bleek om de neus. Gelukkig houdt Rintje haar hand vast. In ‘Kees gaat op reis’ gaat mama op een briljante manier om met het denkbeeldige vriendje van haar zoon. De vader van Rintje komt niet in beeld. Ook dat zal voor heel wat kinderen herkenbaar zijn.
De interactie tussen de personages wordt treffend weergegeven in korte, goed voor te lezen zinnen in voor kleuters heldere taal die nooit kinderachtig wordt.
Af en toe vergeet je dat het boek over honden gaat. Het zouden even goed kinderen kunnen zijn. Precies daarom is het heel bijzonder en verfrissend dat er zoveel aandacht is besteed aan hondse trekjes bij de personages. Juffrouw Wijskop is een hazewindhond. Ze is heel lang en dun, en ze trilt een beetje. Rintje is bang voor haar, want hij weet dat hazewindhonden meestal erg streng zijn. En Tobias, de teckel, heeft soms erg veel last van zijn korte pootjes. Wanneer hij door het gras rent, kriebelen de grassprietjes aan zijn buik. In de winter moeten de honden door de gepekelde straten naar school. De juf wast hun pootjes, want de pekel prikt heel erg. Dergelijke details zijn levensecht en maken ons er bewust van dat we misschien niet altijd even zorgvuldig met onze huisdieren omgaan.
Sieb Posthuma stopt gelukkig op tijd, zonder een belerend vingertje. Hij laat Rintje af en toe oprecht bang zijn, Tobias met zijn achterste pootjes in een wak belanden en Henriëtte met haar neusje in de wind lopen, maar de conclusies moeten de kinderen zelf trekken.
De illustraties zijn vaak kleine, ingekaderde inzetjes, soms wat grotere tekeningen en heel af en toe een paginagroot beeld. Posthuma gebruikt een gevarieerd kleurenpalet dat door het boek heen toch sober blijft. Door het consequent vasthouden van dezelfde teken- en schildertechniek — de personages blijven gewoon zichzelf — vormen de illustraties prettige rustpunten die het verhaal verduidelijken zonder te overheersen.
De korte verhalen nodigen uit tot voorlezen, eentje, twee, misschien wel drie verhaaltjes voor het slapengaan. Met de plaatsing van de tekst is echter niet altijd even zorgvuldig omgegaan. Zo begint op pagina 136 een nieuw verhaal ‘vogeltje’. Maar wanneer we de eerste regels lezen, zien we dat die eigenlijk nog bij het vorige verhaal ‘lentekriebel’ horen. Hoe jammer deze slordigheden ook zijn, toch blijft het boek een waardevolle aanwinst en een zeer prettige aanvulling op Jip en Janneke, het intussen toch echt wel gedateerde meesterwerk van Annie M.G. Schmidt. [Joke Guns]
NBD Biblion
Redactie
Bundeling van ruim honderd avonturen van Rintje, verdeeld over de vier seizoenen. De gezellige…
Bundeling van ruim honderd avonturen van Rintje, verdeeld over de vier seizoenen. De gezellige Rintje, zijn vriendin Henriëtte en zijn vriendje Tobias maken allemaal kleine kleuteravontuurtjes mee, zowel thuis, op school of op andere plekjes dicht bij huis. Het zijn voor ongeveer vierjarigen heel herkenbare situaties. Alleen is Rintje een wit hondje met zwarte oortjes, zijn vriendin een soort chique Afghaanse hond en zijn vriendje een teckel. Elk hondje heeft zijn eigen karakter. Hiervan wordt in de tekst dankbaar gebruik gemaakt. De hele omgeving van Rintje bestaat uit allerlei soorten honden, met soms dierlijke, maar vooral menselijke trekjes. Weliswaar eten ze taart van hondenbotjes en slapen ze in een mand, maar verder zijn ze gewoon jaloers of maken een sneeuwpop. De meestal afgeronde verhalen beslaan telkens een spread of drie pagina's, staan gedrukt in twee kolommen, zijn vlot geschreven en lenen zich uitstekend om te worden voorgelezen. De bijbehorende tekeningen zijn grappig, fris van kleur en vol mimiek. Vanaf ca. 5 jaar.
Pluizer
Het Grote Rintje Voorleesboek
Katrien Van Tongerloo - 22 januari 2015
Rintje is een heel lief en eigenwijs hondje. Thuis en op school maakt hij samen met zijn vriendjes…
Rintje is een heel lief en eigenwijs hondje. Thuis en op school maakt hij samen met zijn vriendjes Tobias en Henriëtte het hele jaar door van alles mee. Zo gaan ze op zwemles, krijgen ze een prikje bij de dokter, gaan ze uit kamperen, vieren ze carnaval, oefenen ze het schaatsen en ga zo maar door … Rintje en zijn vrienden maken het allemaal mee.
De verhaaltjes zijn erg vlot geschreven. Ze spreken ook iedere keer opnieuw aan omdat de avonturen van Rintje en zijn vrienden een reflectie zijn van echte ervaringen uit de kleuterwereld. Kinderen die de verhalen lezen of voorgelezen krijgen, kunnen er zich makkelijk in herkennen.
De illustraties in het boek zijn grappig en mooi. Ze worden regelmatig in een lijstje gezet. Zo lijken het wel kleine schilderijtjes in het boek.
Het boek verzamelt iets meer dan honderd verhaaltjes over het vrolijke hondje, Rintje. Ze staan netjes gesorteerd per seizoen. Dat is best handig. Zo kan je snel een verhaaltje zoeken dat op dat ogenblik meest actueel is.
'Het Grote Rintje Voorleesboek' is een aanrader voor ouders die op zoek zijn naar korte, degelijke bedtijdverhaaltjes. Of voor mensen die graag eens andere hoofdrolspelers hebben in de plaats van Jip en Janneke.
De verhaaltjes zijn erg vlot geschreven. Ze spreken ook iedere keer opnieuw aan omdat de avonturen van Rintje en zijn vrienden een reflectie zijn van echte ervaringen uit de kleuterwereld. Kinderen die de verhalen lezen of voorgelezen krijgen, kunnen er zich makkelijk in herkennen.
De illustraties in het boek zijn grappig en mooi. Ze worden regelmatig in een lijstje gezet. Zo lijken het wel kleine schilderijtjes in het boek.
Het boek verzamelt iets meer dan honderd verhaaltjes over het vrolijke hondje, Rintje. Ze staan netjes gesorteerd per seizoen. Dat is best handig. Zo kan je snel een verhaaltje zoeken dat op dat ogenblik meest actueel is.
'Het Grote Rintje Voorleesboek' is een aanrader voor ouders die op zoek zijn naar korte, degelijke bedtijdverhaaltjes. Of voor mensen die graag eens andere hoofdrolspelers hebben in de plaats van Jip en Janneke.